Funäsdalen, de 'Grande Finale'
Van Ljungdalen trokken we verder zuidwest waarts richting Funäsdalen. Om daar te komen moesten we een heuse berg trotseren. Want de twee plaatsen worden gescheiden door de Flatruet, een middelgebergte dat circa 975 boven zeespiegel ligt. Er overheen loopt de Flatruetvägen, de hoogstgelegen openbare weg van Zweden die 's nachts in de winter en bij slecht weer afgesloten wordt. Ondanks een fikse wind konden wij er gelukkig overheen en het uitzicht is er spectaculair! Je hebt er 360 graden uitzicht op witte bergtoppen. Het landschap is er vrijwel boomloos en in de winter uiteraard bedekt onder een indrukwekkende laag sneeuw.
Het is het gebied van de poolvos, het sneeuwhoen en natuurlijk het rendier. Nu lijken rendieren best vriendelijke dieren. Toch vonden we het, toen we er onderweg een stuk of vier langs de weg tegenkwamen een beetje spannend. Niet alleen de mannetjes hebben een gewei, ook de vrouwtjes rendieren beschikken over twee bijzondere fluweelzachte horens. De mannetjes hebben het gewei vooral om indruk te maken op de vrouwtjes. En wanneer dat gelukt is, gebruiken de vrouwtjes hun gewei om hun jongen te beschermen tegen roofdieren. Een ander opvallend onderdeel aan het rendier zijn z'n sneeuwschoenen. Met zijn brede voeten kan het dier gemakkelijk over sneeuw lopen. Opvallend zijn de klik-klak geluidjes die te horen zijn, wanneer rendieren voorbij lopen. Dit geluid houdt de kudde bij elkaar wanneer het donker is of wanneer er een stevige sneeuwstorm voorbij raast.
En denk je aan rendieren dan denk je al gauw ook aan de Sami, een nomadenvolk dat leefde (en voor een deel nog leeft) van de rendierveeteelt en de rendierjacht. Rendieren werden gebruikt voor eten, drinken, kleding en transport. Eeuwenlang trokken de sami achter de rendieren aan, ook door het gebied dat wij bezochten. Het volk deed dit in harmonie met de natuur. En dat werd erfgoed; ook nu nog wordt in dit deel van Zweden een ecologische lifestyle gestimuleerd. De Samicultuur is één van de oudste culturen in Europa. En nog steeds leeft een deel van de Sami volgens die eeuwenoude tradities in de noordelijke gebieden van onder andere Zweden en Noorwegen. De afgelopen decennia is er wel wat veranderd. Veel Sami zijn nog wel rendierhouders maar ze maken de lange trek met hun dieren niet meer.
Nog even terug naar Flatruet. We doorkruisten het berggebied dus tijdens onze reis alleen per auto. Het gebied is echter een walhalla voor hikers in de zomer. Er zijn wandeltochten te maken voor wandelaars van verschillende vaardigheidsniveaus; een unieke natuurervaring staat hen te wachten. Waar de wandelaars een beetje bij uit de buurt moeten blijven zijn de vele ravijnen die het gebied rijk is en die dateren uit het einde van de ijstijd. Evagraven is waarschijnlijk het bekendste ravijn. Een oude Zweedse legende zegt dat een dame genaamd Eva stierf in het ravijn tijdens een sneeuwstorm, en zo kreeg het ravijn zijn naam. Evagraven is zo diep (15 meter) dat de sneeuw op de bodem van het ravijn niet smelt, ook niet in de zomer.
Ruänden, een erg rotsachtig stukje Flatruet, is één van de gebieden in Zweden met rotskunst. De rotstekeningen bij Ruänden zijn maar liefst 5000 jaar oud. Een twintigtal figuren zijn te onderscheiden die lijken op mensen, beren, elanden en rendieren. De rotstekeningen zelf hebben we niet gezien, maar de figuren kwamen we in de souvenir- en interieurwinkels in Funäsdalen wel in allerlei vormen tegen.
Afdalend vanuit Flatruet is de eerste plaats die je tegenkomt Funäsdalen. Aan de rand van de bergen is deze plaats in de winter een waar wintersportparadijs. Funäsfjällen bestaat uit vijf verschillende skigebieden die overigens niet met elkaar in verbinding staan, te weten Tänndalen/Tänndalsvallen, Ramundberget, Funäsdalsberget, Tännäskröket en Kappruet. Elk gebied heeft zijn eigen karakter en is daarmee geschikt voor zijn eigen doelgroep. Voor Zweedse begrippen zijn de afdalingen hier over het algemeen lang en de bergen hoog. Vaak tref je er goede sneeuw wat het gebied tevens een gave off-piste bestemming maakt; je kunt er zelfs helicopterskiën. Ook wordt er in Funäsfjällen enorm veel gelanglauft. In Funäsfjällen ligt maar liefst 300 kilometer aan langlaufloipes. Tenslotte vind je hier ook 450 km aan sneeuwscooter trails.
Tussen Funäsdalen en Tännäs ligt een grote meteoorkrater. Ongeveer 2000 jaar geleden zou de inslag hebben plaats gevonden. De inslag is genoemd naar de Noorse God Thor de god van de donder. In de winter is dit 'gat' waarschijnlijk onvindbaar, maar in de zomer is het een toeristische trekpleister.
Funäsdalen zelf is een levend bergdorp. Er wonen ongeveer 1000 mensen, die hun dorp met name hebben ingericht om alle sportieve toeristen te vermaken. We bezochten het Härjedalens Fjäll Museum. Het hoofdgebouw is opgetrokken in de kenmerkende stijl van Härjedalen en ligt aan de voet van de imposante Funasdalberg (waar zomer en winter toeristen in gondeltjes naar boven en naar beneden worden gebracht). De slimme koopman Erik Fundin verzamelde zijn leven lang alles wat met het alledaagse leven in de streek te maken had en startte in 1894 het eerste lokale dorpsmuseum van Zweden om zijn collectie tentoon te stellen. Lopend door de zalen krijgt men een inkijkje in het dagelijks leven van de jagers/verzamelaars, de veeboeren en de sami die het gebied in vroeger tijden bevolkten. Het museum is echt de moeite van een bezoekje waard.
Bij binnenkomst in het museum loopt je tegen een vitrine aan met daarin een indrukwekkend dier. Het is een muskusos, een dier dat met uitsterven bedreigd wordt en dat eigenlijk in Europa alleen nog voorkomt in dit deel van Zweden en het aangrenzend deel van Noorwegen. Bij het plaatsje Tännäs is een Muskusoscentrum. Hier worden muskusossen opgevangen en 'klaargestoomd' om weer vrijgelaten te worden in het wild. Tot voor kort was dit echte 'oerdier' niet meer in het wild te vinden. Maar door het overplaatsen van 5 muskusossen uit Noorwegen in Zweden leven er hier nu weer 30 in het wild. In het centrum wordt veel onderzoek gedaan en worden nu alweer jongen geboren, en weer vrijgelaten in de bergen verderop. Prachtig en indrukwekkend om te zien: wat een imposante dieren!
Een verrassing, ook in dit gebied, mag in ons blog natuurlijk niet ontbreken. De dame die ons verraste heette Åsa Cederberg. We bezochten haar Magasinets Keramik en hoorden haar verhaal. Ze werd geboren in Funäsdalen en verliet de stad een tijdje om een opleiding te gaan doen. Daarna keerde ze terug in haar geboorteplaats. Op een zomer was ze op een veiling waar een draaitafel en een oven werden geveild. Niemand anders bood. Ze had op school eens een asbak gemaakt, dat was haar ervaring met klei. Ze won echter de veiling en begon klein. Ze gaf haar creaties weg aan vrienden en kennissen. Vervolgens probeerde ze haar beeldjes te verkopen op een markt en dat ging geweldig. Na twee jaar liep de hobby echt uit de hand en nu heeft ze sinds 1994 een atelier en een winkel midden in Funäsdalen.
Onze Grande Finale duurde slechts vijf dagen en eigenlijk was dat voor ons gevoel een beetje te kort. Härjedalen is een magnifiek gebied dat veel te bieden heeft en waar we nog lang niet uitgekeken zijn. Met een beetje pijn in het hart en de belofte om zeker nog eens terug te komen namen we afscheid en daarmee eindigde onze fantastische winterreis.