Waar mag ik tekenen?

02-04-2023

Heb jij dat ook wel eens? Dat je probeert te bedenken hoe het moet zijn geweest om in vroeger tijden geleefd te hebben? Hoe verder je daarbij teruggaat in de tijd hoe moeilijker een voorstellling ervan te maken is. Toch prikkelt het mijn fantasie regelmatig. Ik heb in 2023 de beschikking over een warm geïsoleerd huis en ik kan voor eten terecht in diverse supermarkten. Ga ik op stap, dan pak ik de auto. Voor heel veel dagelijkse taken heb ik machines en apparaten en weet ik iets niet, dan zoek ik het toch gewoon even op mijn telefoon of laptop op. Dat was vroeger wel anders. Laten we eens met de denkbeeldige tijdmachine terug reizen naar het Zweden van het jaar 12.000 v. Chr.

Tot die tijd was Zweden (dat toen nog niet zo heette) lange tijd bedekt met een dikke ijskap (zie afbeelding). Deze schuurde over het landschap en waarschijnlijk leefden er toen geen mensen. Er zijn in ieder geval geen vondsten gedaan die de aanwezigheid van mensen hebben aangetoond. De ijskap smolt als eerste in de zuidelijke gebieden. Rond 12.000 v. Chr. vestigden zich daar de eerste volksstammen van rendierjagers. Naarmate de ijskap zich verder terugtrok verhuisden er ook mensen naar het westen en noordoosten. Ook deze mensen waren jagers-verzamelaars-vissers. Zij gebruikten als eerste stenen werktuigen. Er verschenen (semi) permanente nederzettingen. Men weet dat omdat het eerste aardewerk werd gevonden en er begraafplaatsen zijn ontdekt.

We reizen nog een stuk door (of terug eigenlijk) naar ca. 4000 v. Chr. Er ontstond landbouw en veeteelt. In het zuidelijk deel van Zweden zijn gepolijste vuurstenen bijlen en versierd aardewerk uit die tijd gevonden. In een groot deel van het gebied bevinden zich hunebedden; de resten van heilige ruimten (waarschijnlijk grafkamers) uit die tijd. De boeren konden vee fokken en beschikten zodoende het hele jaar over melk.

In begin van het bronzen tijdperk (de noordse bronstijd), 1700 – 500 v. Chr., trokken de eerste Germanen vanuit het zuiden het land binnen. Deze voorouders van de Zweden vestigden zich voornamelijk aan de oostkust van Zweden en op de eilanden Öland, Gotland en Åland. De kennis voor het bewerken van metalen, inclusief brons, bereikte het land vanuit het Midden-Oosten. Daaraan dankt het tijdperk dus zijn naam. 

Over de hele wereld tekenden en sneden mensen in vroeger tijden op rotsen en in grotten. Het schrift was er nog niet. Waarom mensen rotskunst maakten is dus niet helemaal zeker vast te stellen. Wel is het zo dat in een aantal oude culturen het beeld een grote magische kracht bezat. Te bewijzen valt het niet, maar veel historici gaan ervan uit dat een deel van de rotstekeningen te maken heeft met jachtmagie: door uit te beelden dat je succesvol bent zal succes je ook daadwerkelijk ten deel vallen.

In het dorp Tanumshede (ongeveer 130 km bij ons mooie Torkilsbyn vandaan) zijn ook rotstekeningen aangetroffen. Deze zijn zo'n 3000 jaar oud en gemaakt in de noordse bronstijd. De rotsen waarop getekend werd lagen in die periode aan zee. Inmiddels liggen ze zo'n 11 tot 16 meter boven zeeniveau. Ik heb begrepen dat dit te maken heeft met de postglaciale opheffing in Scandinavië als gevolg van bewegingen in en terugtrekking van ijs na de laatste IJstijd.

De rotstekeningen (Zweeds: Tanums Hällristningar) zijn aangetroffen in een gebied van ongeveer 45 km², waar nu maar liefst 600 rotsgravures van in totaal tienduizenden afbeeldingen te vinden zijn. De belangrijkste afbeeldingen zijn te vinden in de directe omgeving van het Vitlycke museum, maar ook iets verder weg: Aspeberget, Litsleby, Fossum, Gerum en Kalleby. De beroemdste tekening ligt vlakbij het museum zelf. Het betreft een afbeelding van een bruidspaar tijdens een vruchtbaarheidsritueel.

Hoewel de rotstekeningen op al die plekken steeds iets anders zijn, tonen ze allemaal vooral mensen, dieren, boten, wapens en andere voorwerpen. Veel illustraties geven ons een inkijkje in het dagelijkse leven van toen.  Even doe ik mijn ogen dicht en stel me dit leven voor. Ik bevind me in een woonstalhuis uit die tijd; in het huis is een woongedeelte voor mensen en een stalgedeelte voor het vee. Het is flink koud, dus ik warm mijn handen bij de vuurplaats in huis. De rook blijft een beetje hangen, maar de warmte is belangrijker. Dan moet ik naar het toilet. Dit is een gat in de grond ergens achter op het erf. Daarom ga ik op zoek naar een paar kaplaarzen. Ik vind ze niet. Ik stap over een dood schaap heen dat ik dadelijk moet gaan klaarmaken voor het avondeten. Mijn man komt straks thuis. Hij zal honger hebben van het vechten  met een vijandige stam een eindje verderop. En ..... 

Stop, ik weet genoeg. Ik doe snel mijn ogen open en geef de denkbeeldige tijdmachine de opdracht: 'snel naar Torkylsbyn in 2023! Want ik weet het zeker, daar wil ik oud worden. Waar mag ik daarvoor tekenen?